Oefeningen:Conceptueel model

Uit Systeemmodellering
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Oefeningen bij het artikel Conceptueel model

Herhalingsvragen

  1. Wat is een conceptueel model?
  2. Waarvoor gebruik je een conceptueel model?
  3. Leg uit wat het verschil is tussen een verbaal conceptueel model en een symbolisch conceptueel model.
  4. Leg uit waarom elke typologie een conceptueel model is.

Meerkeuzevragen

  1. Welke van de volgende twee uitspraken zijn waar?
    (i) Een causalerelatiediagram is een grafisch conceptueel model.
    (ii) De legenda bij een schematische kaart is een conceptueel model.
    Alleen (i) is waar.
    Alleen (ii) is waar.
    Zowel (i) als (ii) is waar.
    Noch (i) noch (ii) is waar.
  2. Welke van de volgende twee uitspraken zijn waar?
    (i) De tekst "Een tekst bestaat uit alinea's. Alinea's bestaan uit zinnen. Zinnen bestaan uit woorden en leestekens." is een conceptueel model van een tekst.
    (ii) Dit model bestaat uit vijf concepten en één relatie.
    Alleen (i) is waar.
    Alleen (ii) is waar.
    Zowel (i) als (ii) is waar.
    Noch (i) noch (ii) is waar.

Oefenopgaven

  1. Welke concepten en relaties worden in het onderstaande conceptuele model van een smart grid gebruikt?
    SmartGridConcepts.png
    (Bron: IEEE)
  2. Geef een zo precies mogelijke definitie van elk van deze concepten en relaties.
  3. Formuleer ten minste vijf vragen die je aan de hand van dit conceptuele model kunt beantwoorden.